Trage wegenOndek
Trage wegenOndek
Ontdek de namen en het verhaal erachter.
Deze wegen zijn ingediend
Marterpad
Voetpad tussen Vossenpad en Beverpad in Neerharen
In de aanliggende wijk verwijzen alle straatnamen naar zoogdieren, vooral marterachtigen (bv. bunzing, hermelijn en das). Deze doorsteek krijgt dan ook de toepasselijke naam ‘Marterpad’.
Tramstraatje
Voetpad tussen Heuvelstraat en Maastrichterweg in Lanaken
De buurtspoorlijn nr. 581bis Lanaken-Zutendaal-Waterschei van de toenmalige Nationale Maatschappij van Buurtspoorwegen (NMVB) werd in 1934 opgeheven. De stelplaats lag in Tournebride. Hier kwamen ook de buurtspoorlijnen nr. 485 Maaseik-Maastricht en nr. 479 Tongeren-Lanaken samen.
Het pad sluit nagenoeg op het vroegere tracé van de buurttram naar Waterschei aan (huidige N77). Vandaar het Tramstraatje.
Ganzenpad
Voetpad tussen Drie Eikenstraat en Ganzepoel in Lanaken
De naam verwijst naar de aanliggende straatnaam ‘Ganzenpoel’.
't Beluikpad
Voetpad tussen Heuvelstraat en Bessemerstraat in Lanaken
Een beluik is een groep arbeiderswoningen die gegroepeerd zijn rond een koertje (binnenplaats), straat of steeg. Letterlijk betekent dit een ‘besloten ruimte’.
Aan de Herbrichtkapel
Veldweg tegenover kapel in Herbricht
De naam verwijst naar de Heilig-Hartkapel, een veldkapel uit de tweede helft van de 19de eeuw.
Meer info
Puynpad
Veldweg tussen Pannestraat en Op de Puin in Lanaken
De Heer van Pietersheim had in het gebied tussen bovengenoemd Montaignehof en kasteel Kiewit (Gellik) de hoeve ‘Puijnderhof’ in bezit. Die verpachtte hij sedert begin 17de eeuw aan de Sint-Jorisschutterij tegen vergoeding in natura.
De schutterij moest jaarlijks een deel van de oogst leveren op de burcht in Pietersheim. De rest konden de schutters verkopen zodat ze een bepaald inkomen hadden voor de gilde.
't Veldje
Veldweg tussen Dorpsstraat en Driebunders in Gellik
Is bij de Gellikenaren - in de volksmond - gekend als ’Het Veldje’. Deze naam is ook op de Atlas der Buurtwegen vermeld.
Abdissenpad - Hocht
Wandelpad naar het kasteel van Hocht
Dit deels ontoegankelijk pad is in feite het tracé van de (Oude) Heirbaan en loopt nu richting het kasteel van Hocht. In Smeermaas is al een straat naar de Oude Heirbaan vernoemd. Aan het hoofd van de voormalige cisterciënzerabdij van Hocht, eind 12e eeuw gesticht door de heren van Pietersheim, stond een abdis.
Meer info
Herbrichtsveld
Veldweg naar Uikhoven in Herbricht
Het van oudsher bebouwde akkerland wordt aangeduid door het toponiem Herbrichtersveld.
Aan 't Engels Huis
Voetpad tussen Houterstraat en Zilverdennenlaan in Lanaken
Verwijzing naar het Engels echtpaar dat na de Eerste Wereldoorlog deze woning in cottagestijl aan de Kounterstraat gebouwd heeft. Huize Springfield was de originele naam.
Toen Jaak Hustinx in de ‘Groote Oorlog’ gewond geraakte, verbleef hij in Engeland op langdurig herstelverlof. Hij werd er opgevangen door zijn oorlogsmeter M. Inglis en haar man. Omdat zij kinderloos waren, werd hij beschouwd als hun eigen zoon. Zo kwamen ze in 1928 in Gellik terecht, waar ze langs de spoorlijn Maastricht-Hasselt een villa bouwde.
Echter Mr. Forman overleed al in 1930. Zijn vrouw vertoefde graag in de gegoede burgerij van Lanaken, o.a. bij de familie de Merode. Zij werd vermoord door de Duitsers op 11 mei 1940 en begraven tegenover het huis. Later werd ze bijgezet op het kerkhof van Lanaken en haar naam staat vermeld op het oorlogsmonument aan de Sint-Ursulakerk.
Berkskenweg
Veldweg tussen De Hoefaert en Driebunders in Gellik
Is bij de Gellikenaren - in de volksmond - gekend als ‘Op de Berksken’. Deze naam is ook op de Atlas der Buurtwegen aangeduid.
Boskabouterpad
Voetpad tussen De Dries en Hoofreen in Gellik
Achter het bosje ‘De hoof’ lag een oud boerderijtje waar een schoenmaker woonde. Van daaruit liep een pad naar het gemeenteplein van Gellik en de rest van het dorp. Deze paadjes zijn sinds de jaren ‘80 van vorige eeuw verdwenen.
De laatste bewoner van het boerderijtje was een alleenstaande man, nl. Leopold (Polke) Massot. Het was een echte dorpsfiguur die de bijnaam Paulus de boskabouter kreeg.
Zouwpad
Voetpad linkeroever Zuid-Willemsvaart
De naam verwijst naar de Zouw die in Rosmeer ontspringt en via Veldwezelt en Smeermaas ter hoogte van Maastricht, net over de grens, in de Zuid-Willemsvaart uitmondt.
Danjelveld
Voetpad tussen Houterstraat en Zilverdennenlaan in Gellik
Is bij de Gellikenaren - in de volksmond - gekend als ‘Op de Danjel of Danjelen’. Deze naam is ook in de Atlas der Buurtwegen opgenomen.
Vinkenpad
Voetpad tussen Fluwijnpad en Heirbaan in Neerharen
In de aanliggende wijk verwijzen alle straatnamen naar zangvogels. Deze doorsteek krijgt dan ook de toepasselijke naam ‘Vinkenpad’.
Rekemerpad
Fietspad langs kapel richting Rekem en Uikhoven in Herbricht
Dit is de naam van chemin nr. 13 zoals aangeduid op de Atlas der Buurtwegen.
Smokkelpad
Voetpad rechteroever Zuid-Willemsvaart
Vroeger werd langs deze en andere grenswegen gesmokkeld. Veruit de meest roemruchte smokkel in onze streek was de smokkel van boter. Kort na de Tweede Wereldoorlog was het prijsverschil tussen Hollandse en Belgische boter zo groot dat het de moeite loonde de grens over te steken.
Aan 't Hooreveldje
Voetpad langs het recyclagepark in Smeermaas
Deze naam verwijst naar het oude landbouwgebied tussen Smeermaas en Maastricht (Lanakerveld). Dit toponiem is ook op de Atlas der Buurtwegen terug te vinden.
Trapperspad
Nieuw wandelpad tussen Veldstraat en Colmonterveld in Rekem
Dit is de naam van chemin nr. 32 zoals aangeduid op de Atlas der Buurtwegen.
Voulwamespad
In Herbricht
De naam verwijst naar het buurtschap Voulwames (Meerssen), aan de rechteroever van de Maas. Hier mondt de Geul in de Maas uit.
Werkhuizenpad
Voetpad tussen Walstraat en Leon Hermanslaan in Rekem
Napoleon verplichtte in 1808 alle departementen om een bedelaarsgesticht op te richten. Bedoeling was bedelaars onderdak en werk te geven. Men beschouwde hen als lastpakken en om ze in de maatschappij te integreren, maakte men gebruik van arbeid, discipline en godsdienst op één locatie. In Limburg viel de keuze op het kasteel van Rekem. De grafelijke familie d'Aspremont-Lynden had het domein al voorgoed verlaten.
Ook na de onafhankelijkheid van België in 1830 bleef het kasteel een bedelaarsgesticht tot het in 1921 een nieuwe bestemming kreeg: ‘krankzinnigengesticht’ of in de volksmond, het ‘gekkengesticht’. Her en der op het domein werden een tiental gebouwen opgetrokken, hetzij als verblijfhuis voor de patiënten, hetzij als werkhuis. Deze instelling bleef in Oud-Rekem aanwezig totdat zij eind jaren ‘70 van vorige eeuw naar de Daalbroekstraat verhuisde.
Meer info